Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Contest
01
wedstrijd, competitie
a competition in which participants compete to defeat their opponents
Voorbeelden
The contest for the championship title was intense and thrilling.
De wedstrijd om de kampioenstitel was intens en spannend.
She trained for months to win the national spelling contest.
Ze trainde maandenlang om de nationale spellingwedstrijd te winnen.
02
conflict, wedstrijd
a conflict or competition between rivals
Voorbeelden
The contest for control of the company became increasingly heated.
De wedstrijd om de controle over het bedrijf werd steeds heviger.
The election turned into a fierce contest between the two leading candidates.
De verkiezing veranderde in een felle wedstrijd tussen de twee belangrijkste kandidaten.
to contest
01
wedijveren, deelnemen
to participate in a competition, debate, or other such events
Intransitive: to contest in a competition | to contest for sth
Voorbeelden
The athletes trained hard to contest in the upcoming track and field competition.
De atleten trainden hard om mee te doen aan de aanstaande atletiekwedstrijd.
Candidates will contest in the election, presenting their ideas to win voter support.
Kandidaten zullen deelnemen aan de verkiezingen en hun ideeën presenteren om steun van kiezers te winnen.
02
betwisten, aanvechten
to formally oppose or challenge a decision or a statement
Transitive: to contest a decision or statement
Voorbeelden
She plans to contest the election results in court.
Ze is van plan om de verkiezingsuitslagen in de rechtbank aan te vechten.
The athlete decided to contest the referee's decision during the game.
De atleet besloot de beslissing van de scheidsrechter tijdens de wedstrijd aan te vechten.
Lexicale Boom
contestable
contest



























