Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Context
01
context, kader
the set of facts or circumstances surrounding a situation or event that provide clarity and understanding
Voorbeelden
The context of the negotiations changed drastically after the new regulations were introduced.
De context van de onderhandelingen veranderde drastisch na de introductie van de nieuwe voorschriften.
Understanding the context of the painting helps appreciate its deeper meaning.
Het begrijpen van de context van het schilderij helpt om de diepere betekenis ervan te waarderen.
1.1
context, kader
the surrounding discourse that provides clarity and understanding to a language unit, helping to determine its interpretation
Voorbeelden
Without context, the sentence " He went to the bank " could mean different things.
Zonder context kan de zin "Hij ging naar de bank" verschillende dingen betekenen.
The context of the conversation helped clarify what she meant by " late. "
De context van het gesprek hielp verduidelijken wat ze bedoelde met "laat".
Lexicale Boom
contextual
context
