Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to comport
01
overeenstemmen, harmoniëren
to be consistent with, match, or agree with something
Transitive: to comport with sth
Voorbeelden
His actions do not comport with his words.
Zijn daden stemmen niet overeen met zijn woorden.
The findings of the study comport with earlier research on the subject.
De bevindingen van de studie komen overeen met eerder onderzoek naar het onderwerp.
02
zich gedragen, zich houden
to act or behave in a particular way, often referring to personal manners, attitude, or bearing
Transitive: to comport oneself in a specific manner
Voorbeelden
She always comports herself with grace in public.
Ze gedraagt zich altijd met gratie in het openbaar.
The students were asked to comport themselves respectfully during the lecture.
De studenten werd gevraagd zich respectvol te gedragen tijdens de lezing.
Lexicale Boom
comportment
comport



























