Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to cascade
01
neerstorten, in cascades vallen
to flow down rapidly and in large quantities
Intransitive: to cascade somewhere
Voorbeelden
Water cascaded down the waterfall, creating a mesmerizing sight.
Water stroomde naar beneden over de waterval, wat een betoverend aanzicht creëerde.
Leaves cascaded from the trees in a colorful display during autumn.
Bladeren stroomden van de bomen in een kleurrijke vertoning tijdens de herfst.
02
cascaderen, in een reeks schikken
to arrange a series of objects or devices so that they are in a sequence or flow one after another
Transitive: to cascade items
Voorbeelden
The engineer cascaded the components in a sequence to ensure smooth operation.
De ingenieur schakelde de componenten in een reeks om een soepele werking te garanderen.
They cascaded the lights down the staircase to create a stunning visual effect.
Ze cascadeerden de lichten langs de trap om een verbluffend visueel effect te creëren.
Cascade
01
waterval
a small steep waterfall, usually one of several others
Voorbeelden
The hikers stopped to admire the beautiful cascade in the forest.
De wandelaars stopten om de prachtige waterval in het bos te bewonderen.
They took photos of the cascade hidden deep in the national park.
Ze namen foto's van de waterval die diep in het nationale park verborgen is.
02
a large, continuous flow or outpouring of something, such as light, hair, or even emotions, falling or spreading downward in abundance
Voorbeelden
Her hair fell in a golden cascade over her shoulders.
A cascade of sparks erupted from the firework.
03
a sequence of connected events, processes, or systems in which one triggers or depends on the next
Voorbeelden
The network failure caused a cascade of system errors.
A single policy change can start a cascade of economic effects.



























