Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to care for
[phrase form: care]
01
verzorgen, zorgen voor
to provide treatment for or help a person or an animal that is sick or injured
Transitive: to care for a person or animal
Voorbeelden
The nurse cares for elderly patients at the hospital.
De verpleegster zorgt voor oudere patiënten in het ziekenhuis.
The veterinarian will care for your dog during its recovery.
De dierenarts zal zorgen voor uw hond tijdens zijn herstel.
Voorbeelden
She cares for classical music, and that's why she plays the violin.
Ze houdt van klassieke muziek, en daarom speelt ze viool.
We care for a good laugh, so let's watch a comedy tonight.
We houden van een goede lach, dus laten we vanavond een comedy kijken.
03
romantische gevoelens hebben voor, houden van
to have romantic feelings toward someone
Voorbeelden
Despite the challenges, he continues to care for her unconditionally.
Ondanks de uitdagingen blijft hij onvoorwaardelijk voor haar zorgen.
I 've always cared for you, even when we were apart.
Ik heb altijd iets voor je gevoeld, zelfs toen we uit elkaar waren.
