Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Breeze
01
bries, zacht windje
a gentle and usually pleasant wind
Voorbeelden
He took a deep breath, enjoying the fresh mountain breeze.
Hij haalde diep adem en genoot van de frisse bergbries.
She loves to read a book in the park with the breeze rustling the pages.
Ze houdt ervan om een boek te lezen in het park met de bries die de pagina's laat ritselen.
02
een makkie, kinderspel
something that is easy to do or accomplish
Voorbeelden
The exam was a breeze; I finished it in half the time.
Het examen was een makkie; ik had het in de helft van de tijd afgerond.
She made the presentation look like a breeze, even though it was difficult.
Ze liet de presentatie eruitzien als een makkie, ook al was het moeilijk.
to breeze
01
zachtjes waaien, strelen (als een briesje)
blow gently and lightly
02
moeiteloos vooruitgaan, zonder moeite vorderen
to proceed quickly and easily
Lexicale Boom
breezy
breeze
