to go off with
Pronunciation
/ɡˌoʊ ˈɔf wɪð/
British pronunciation
/ɡˌəʊ ˈɒf wɪð/

Definitie en betekenis van "go off with"in het Engels

to go off with
[phrase form: go]
01

weggaan met, ervandoor gaan met

to leave one's spouse or partner to pursue a romantic relationship with someone else
to go off with definition and meaning
example
Voorbeelden
She decided to go off with her co-worker, leaving her husband heartbroken.
Ze besloot ervandoor te gaan met haar collega, waardoor haar man met een gebroken hart achterbleef.
After years of marriage, he went off with his high school sweetheart, leaving his wife devastated.
Na jaren van huwelijk ging hij er vandoor met zijn middelbare school liefde, zijn vrouw verwoest achterlatend.
02

weggaan met, ervandoor gaan met

to leave a place, often suddenly or without permission, taking someone or something with one
example
Voorbeelden
He went off with my backpack, and I could n't find him anywhere.
Hij ging ervandoor met mijn rugzak, en ik kon hem nergens vinden.
They went off with the company's confidential documents, causing a security breach.
Ze gingen weg met de vertrouwelijke documenten van het bedrijf, wat een beveiligingslek veroorzaakte.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store