Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
window shopping
/ˈwɪndoʊ ˈʃɑpɪŋ/
/ˈwɪndəʊ ˈʃɒpɪŋ/
Window shopping
01
windowshoppen, rondkijken in etalages
the activity of just looking at the goods in the windows of stores without going inside and buying something
Voorbeelden
He went window shopping at the mall before meeting his friends for dinner.
Hij ging windowshoppen in het winkelcentrum voordat hij zijn vrienden ontmoette voor het diner.
Jane and Sarah loved window shopping in the city's shopping district on weekends.
Jane en Sarah hielden ervan om in het weekend te windowshoppen in het winkelgebied van de stad.



























