Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
Ja, Jazeker
a word to show agreement or say something is true
Voorbeelden
Yes, he is my friend.
Ja, hij is mijn vriend.
Yes, I understand what you mean.
Ja, ik begrijp wat je bedoelt.
02
Ja!, Yes!
used informally to express excitement or relief
Voorbeelden
" We did it! " " Yes! "
"We hebben het gedaan!" "Ja!"
" I got the job! " " Yes, that ’s amazing! "
"Ik heb de baan!" "Ja, dat is geweldig!"
03
Ja?, Wat?
used to respond when someone calls or gets ones attention
Voorbeelden
" Excuse me, Miss, could you help? " " Yes? "
"Excuseer, mevrouw, kunt u helpen?" "Ja?"
" Tom, are you coming with us? " " Yes? "
"Tom, kom je met ons mee?" "Ja?"
04
Oh ja?, Echt?
used to question a remark or statement, often expressing doubt or surprise
Voorbeelden
" You ’ll finish the project in an hour? " " Oh yes? How? "
"Zal je het project binnen een uur afronden?" "Oh ja? Hoe?"
" This will be the best event ever! " " Oh yes? How do you know? "
"Dit wordt het beste evenement ooit!" "Oh ja? Hoe weet je dat?"
01
een ja, een bevestiging
an affirmative response or agreement
Voorbeelden
Her yes was all he needed to hear.
Haar ja was alles wat hij moest horen.
After a long pause, he finally gave his yes.
Na een lange pauze gaf hij eindelijk zijn ja.



























