Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
voluntary
01
vrijwillig, onbezoldigd
working without pay
Voorbeelden
He participated in a voluntary program to help teach children in underserved communities.
Hij nam deel aan een vrijwilligersprogramma om kinderen in achtergestelde gemeenschappen te helpen onderwijzen.
The voluntary nature of the service meant that no one was paid for their time.
Het vrijwillige karakter van de dienst betekende dat niemand voor zijn tijd werd betaald.
02
done by one's own free will or choice
Voorbeelden
She made a voluntary donation to the charity.
Attendance at the workshop is completely voluntary.
03
controlled or initiated by an individual's own decision or volition
Voorbeelden
The patient performed voluntary exercises to strengthen his arm.
Voluntary movements, like waving, are consciously controlled.
Voluntary
01
vrijwillig, liturgisch orgelstuk
a musical piece, typically for organ, performed as part of a church service, often before or after the liturgy
Voorbeelden
The organist played a solemn voluntary as the congregation entered the chapel.
De organist speelde een plechtige vrijwillige terwijl de gemeente de kapel binnenkwam.
A Baroque voluntary echoed through the cathedral at the close of the service.
Een barok voluntary echode door de kathedraal aan het einde van de dienst.
02
vrijwilliger, vrijwillige soldaat
an individual who joins the armed forces by choice, rather than through conscription or obligation
Voorbeelden
The voluntary signed up for duty just days after the war was declared.
De vrijwilliger meldde zich aan voor de dienst slechts enkele dagen nadat de oorlog was verklaard.
As a voluntary, he underwent basic training alongside career soldiers.
Als vrijwilliger onderging hij de basisopleiding naast beroepsmilitairen.
Lexicale Boom
involuntary
nonvoluntary
unvoluntary
voluntary
voluntar



























