Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
unseasoned
01
ongekruid, onbewerkt
not aged or processed
02
onervaren, beginner
(of a person) lacking the knowledge and skills gained through practice or exposure, often in a specific field or situation
Voorbeelden
The unseasoned recruits struggled to keep up with the demands of basic training.
De onervaren rekruten hadden moeite om aan de eisen van de basisopleiding te voldoen.
As an unseasoned chef, he still had much to learn about the intricacies of fine dining.
Als een onervaren chef had hij nog veel te leren over de fijne kneepjes van fine dining.
Voorbeelden
The chicken was unseasoned, making it taste plain and uninteresting.
De kip was ongekruid, waardoor het smaakloos en oninteressant was.
I had to add a lot of spices to the unseasoned soup to make it more flavorful.
Ik moest veel kruiden toevoegen aan de ongekruide soep om hem smaakvoller te maken.
Lexicale Boom
unseasoned
seasoned
season
