uniform
u
ˈju:
yoo
ni
ni
form
ˌfɔ:rm
fawrm
British pronunciation
/ˈjuːnɪˌfɔːm/

Definitie en betekenis van "uniform"in het Engels

01

uniform

the special set of clothes that all members of an organization or a group wear at work, or children wear at a particular school
Wiki
uniform definition and meaning
example
Voorbeelden
The employees at the hotel wear a professional uniform.
De medewerkers van het hotel dragen een professioneel uniform.
The factory workers had to wear protective uniforms and helmets for safety reasons.
De fabrieksarbeiders moesten beschermende uniformen en helmen dragen om veiligheidsredenen.
01

uniform, consistent

consistent in form or character
uniform definition and meaning
example
Voorbeelden
The teacher expected uniform behavior from all students during class.
De leraar verwachtte uniform gedrag van alle leerlingen tijdens de les.
The artist 's paintings displayed a uniform style throughout her career.
De schilderijen van de kunstenaar toonden een uniforme stijl gedurende haar hele carrière.
02

uniform, gelijk

characterized by consistency and sameness across all instances

single

example
Voorbeelden
The rules were enforced in a uniform manner to ensure fairness for everyone.
De regels werden op een uniforme manier gehandhaafd om eerlijkheid voor iedereen te waarborgen.
The product ’s design remained uniform across all models, maintaining brand identity.
Het ontwerp van het product bleef uniform over alle modellen, waardoor de merkidentiteit behouden bleef.
03

uniform, homogeen

the same throughout in structure or composition
04

uniform, gelijkmatig verdeeld

evenly spaced
to uniform
01

uitrusten met uniformen, voorzien van uniformen

provide with uniforms
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store