Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
dikkerd, bol
(of a person) short and fat
Voorbeelden
The tubby man struggled to fit into the narrow seat on the bus.
De dikke man worstelde om in de smalle busstoel te passen.
The tubby toddler toddled around the playground with chubby cheeks and a happy smile.
Het dikke peutertje liep met mollige wangen en een blije lach over de speelplaats.
Lexicale Boom
tubbiness
tubby
tub



























