Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to tremble
01
beven, trillen
to move or jerk quickly and involuntarily, often due to fear, excitement, or physical weakness
Intransitive
Voorbeelden
The small animal trembled with fear as it faced a larger predator.
Het kleine dier trilde van angst toen het een grotere roofdier tegenover zich zag.
His hands began to tremble with excitement as he opened the unexpected gift.
Zijn handen begonnen te trillen van opwinding toen hij het onverwachte cadeau opende.
Tremble
01
beven, trilling
a reflex motion caused by cold or fear or excitement
Lexicale Boom
trembler
trembling
trembling
tremble



























