Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
tocht, reis
a difficult and lengthy journey, often taken on foot or by hiking
Voorbeelden
They embarked on a challenging trek through the mountains.
Ze begonnen aan een uitdagende trektocht door de bergen.
The trek to the summit took several days.
De trek naar de top duurde meerdere dagen.
02
een trek, een migratie met ossenwagens
a journey by ox wagon (especially an organized migration by a group of settlers)
to trek
01
trekken, wandelen
to go for a long walk or journey, particularly in the mountains, forests, etc. as an adventure
Intransitive: to trek somewhere
Voorbeelden
The group of hikers decided to trek through the rugged mountains to reach the remote village.
De groep wandelaars besloot door de ruige bergen te trekken om het afgelegen dorp te bereiken.
The explorers trekked across the frozen tundra, facing bitter cold and strong winds.
De ontdekkingsreizigers trokken over de bevroren toendra, geconfronteerd met bittere kou en sterke winden.



























