Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to tramp
01
wandelen, dwalen
to journey on foot, often covering great distances with a sense of purpose or exploration
Voorbeelden
Seeking adventure, they tramped through the dense jungle, discovering hidden waterfalls and exotic wildlife.
Op zoek naar avontuur, liepen ze door het dichte oerwoud en ontdekten verborgen watervallen en exotische dieren.
In the spirit of pilgrimage, they tramped across the ancient pathways of the Camino de Santiago.
In de geest van pelgrimstocht liepen ze over de oude paden van de Camino de Santiago.
02
zwaar lopen, stampen
walk heavily and firmly, as when weary, or through mud
03
rondzwerven, dolen
move about aimlessly or without any destination, often in search of food or employment
04
wandelen, te voet oversteken
cross on foot
01
zwerver, dakloze
a vagrant
02
wandeling, tocht
a long walk usually for exercise or pleasure
03
tramp, trampschip
a commercial steamer for hire; one having no regular schedule
04
een zware voetstap, een zware stap
a heavy footfall
05
zwerver, schuinsmarcheerder
a person who engages freely in promiscuous sex
06
wandelaar, voetganger
a foot traveler; someone who goes on an extended walk (for pleasure)
Lexicale Boom
tramper
tramp



























