Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Symptom
01
symptoom
a change in the normal condition of the body of a person, which is the sign of a disease
Voorbeelden
A persistent cough can be a symptom of a respiratory infection.
Een aanhoudende hoest kan een symptoom zijn van een luchtweginfectie.
The patient reported a fever as one of the first symptoms of the flu.
De patiënt meldde koorts als een van de eerste symptomen van de griep.
02
symptoom, teken
anything that occurs alongside a particular condition or phenomenon, serving as an indication of its presence or existence
Voorbeelden
The rapid increase in temperature was a symptom of the approaching storm.
De snelle stijging van de temperatuur was een symptoom van de naderende storm.
Economic instability is often a symptom of underlying political issues.
Economische instabiliteit is vaak een symptoom van onderliggende politieke problemen.
Lexicale Boom
symptomatic
symptomless
symptom
