slouch
slouch
slaʊʧ
slawch
British pronunciation
/slˈa‍ʊt‍ʃ/

Definitie en betekenis van "slouch"in het Engels

to slouch
01

onderuitzakken, hangen

to sit, walk, or stand lazily with a downward head and rounded shoulders
to slouch definition and meaning
example
Voorbeelden
He tended to slouch in his chair during long meetings, which often gave the impression of disinterest.
Hij had de neiging om onderuitgezakt te zitten in zijn stoel tijdens lange vergaderingen, wat vaak de indruk van desinteresse gaf.
After a tiring day, she would slouch on the sofa and watch TV for hours.
Na een vermoeiende dag zou ze onderuitgezakt op de bank zitten en urenlang tv kijken.
02

onderuitzakken, een slappe houding aannemen

assume a drooping posture or carriage
01

ineengezakte houding, slungelige houding

a stooping carriage in standing and walking
02

stumper, sukkel

an incompetent person; usually used in negative constructions
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store