Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
beatific
01
marked by serene kindness and a radiant purity that resembles or befits an angel or saint
Voorbeelden
She gave him a beatific smile that calmed his nerves instantly.
Ze gaf hem een zalige glimlach die zijn zenuwen onmiddellijk kalmeerde.
The monk 's beatific presence filled the room with peace.
De zalige aanwezigheid van de monnik vulde de kamer met vrede.



























