Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
rundown
01
afgelopen, gestopt
not running because a spring‑driven mechanism has lost its tension
Voorbeelden
The antique clock stood rundown on the mantel until someone rewound it.
Het antieke horloge stond stil op de schoorsteenmantel totdat iemand het opwond.
The toy tractor was rundown and needed winding before it would move.
De speelgoedtractor was op en moest worden opgewonden voordat hij zou bewegen.
02
showing signs of heavy wear
Voorbeelden
The delivery van looked rundown after years on the road, its paint flaking and bumper dented.
De bestelbus zag er vervallen uit na jaren op de weg, de verf bladderde af en de bumper was deuken.
His work boots were rundown from daily use, the soles nearly separated at the heel.
Zijn werkschoenen waren versleten door dagelijks gebruik, de zolen bijna losgekomen bij de hiel.
Voorbeelden
After weeks of working late, she felt completely run-down and needed a break.
Na wekenlang laat te hebben gewerkt, voelde ze zich helemaal uitgeput en had ze een pauze nodig.
He looked run-down from all the stress at work and lack of sleep.
04
vervallen, verwaarloosd
(of a place or building) in a very poor condition, often due to negligence
Voorbeelden
The old rundown hotel was in desperate need of repairs.
Het oude vervallen hotel had dringend reparaties nodig.
They decided not to buy the rundown house because of its dilapidated state.
Ze besloten het vervallen huis niet te kopen vanwege zijn bouwvallige staat.
Rundown
01
samenvatting, overzicht
a concise summary or brief report that presents the essential information about a situation, event, or entity
Voorbeelden
The editor asked for a quick rundown of the story before the meeting.
De redacteur vroeg om een snelle samenvatting van het verhaal voor de vergadering.
Can you give me a rundown of yesterday's client calls?
Kunt u mij een overzicht geven van de klantgesprekken van gisteren?



























