Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to ring up
01
registreren, afrekenen aan de kassa
to perform and record a sale on a cash register
02
opbellen, telefoneren
to make a phone call to someone
Dialect
British
British
Voorbeelden
I will ring up the doctor to ask about the test results.
Ik zal de dokter opbellen om naar de testresultaten te vragen.
She rang me up last night to talk.
Ze heeft me gisteravond opgebeld om te praten.
