Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to rant
01
tekeergaan, woedend spreken
to speak loudly, expressing strong opinions or complaints
Intransitive: to rant about sth
Voorbeelden
The customer began to rant about the poor service, expressing frustration with the long wait and unhelpful staff.
De klant begon te klagen over de slechte service, waarbij hij zijn frustratie uitte over de lange wachttijd en het onbehulpzame personeel.
During the meeting, the manager started to rant about the lack of teamwork, emphasizing the need for improvement.
Tijdens de vergadering begon de manager te fulmineren over het gebrek aan teamwork, waarbij hij de noodzaak van verbetering benadrukte.
01
diatribe, tirade
showy or pretentious speech or writing, often intended to impress rather than convey substance
Voorbeelden
His article was more rant than analysis.
Zijn artikel was meer tirade dan analyse.
The professor 's lecture turned into a long rant about literary theory.
De lezing van de professor veranderde in een lange tirade over literaire theorie.
02
tirade, woedende toespraak
a loud, forceful, or bombastic speech or outburst delivered with strong emotion, often critical or angry
Voorbeelden
He went on a rant about the city's traffic problems.
Hij barstte los in een tirade over de verkeersproblemen van de stad.
The politician 's rant against the opposition drew applause from supporters.
De tirade van de politicus tegen de oppositie trok applaus van supporters.
Lexicale Boom
ranter
ranting
rant



























