Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to polish off
[phrase form: polish]
01
afmaken, voltooien
to complete a task thoroughly
Voorbeelden
After weeks of practice, the team polished off their final rehearsal flawlessly.
Na weken van oefening heeft het team hun laatste repetitie vlekkeloos afgerond.
With determination, he polished off the last of his exams.
Met vastberadenheid voltooide hij de laatste van zijn examens.
02
uit de weg ruimen, liquideren
to kill someone intentionally and with prior planning
Voorbeelden
The detective suspected that the suspect had polished the victim off for inheritance.
De detective vermoedde dat de verdachte het slachtoffer had uitgeschakeld voor de erfenis.
The gang intended to polish him off due to his betrayal.
De bende was van plan hem uit te schakelen vanwege zijn verraad.
Voorbeelden
After the party, he polished off the leftover cake in one sitting.
Na het feest heeft hij de rest van de taart in één keer opgepeuzeld.
She polished off her plate of spaghetti, savoring every bite.
Ze heeft haar bord spaghetti opgegeten, genietend van elke hap.



























