Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to peer
01
turen, aandachtig kijken
to look closely or attentively at something, often in an effort to see or understand it better
Intransitive: to peer somewhere
Voorbeelden
I often peer into the night sky to spot constellations.
Ik kijk vaak naar de nachtelijke hemel om sterrenbeelden te spotten.
She peers at the intricate details of the artwork in the museum.
Ze bestudeert de ingewikkelde details van het kunstwerk in het museum.
01
leeftijdsgenoot, gelijke
a person of the same age, social status, or capability as another specified individual
Voorbeelden
In high school, he struggled to find peers who shared his passion for classical literature.
Op de middelbare school had hij moeite om leeftijdsgenoten te vinden die zijn passie voor klassieke literatuur deelden.
As a CEO, she valued having peers in the industry with whom she could exchange ideas and experiences.
Als CEO waardeerde ze het hebben van gelijken in de industrie met wie ze ideeën en ervaringen kon uitwisselen.
02
a nobleman holding a hereditary or life title in the British peerage, such as a duke, marquis, earl, viscount, or baron
Voorbeelden
The peer attended the House of Lords session in London.
Several peers were invited to the royal banquet.



























