Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Parcel
01
pakket, zending
an item or items that are wrapped or boxed for transport or delivery
Dialect
British
Voorbeelden
The parcel arrived at her doorstep sooner than expected.
Het pakket arriveerde eerder dan verwacht bij haar voordeur.
He carefully wrapped the fragile items before sending them as a parcel.
Hij wikkelde de kwetsbare items zorgvuldig in voordat hij ze als pakket verzond.
02
deel, perceel
a portion or piece of something that has been divided or given out, especially from a larger amount
Voorbeelden
Each student received a parcel of land for the science project.
Elke student ontving een perceel grond voor het wetenschapsproject.
The company shipped a parcel of goods to the customer.
Het bedrijf heeft een pakket met goederen naar de klant gestuurd.
03
pakket, pakje
a collection of things wrapped or boxed together
04
perceel, land
an extended area of land
to parcel
01
verdelen, toedelen
to split up something into portions or sections for distribution
Voorbeelden
They decided to parcel the land among the three siblings equally.
Ze besloten het land gelijkelijk onder de drie broers en zussen te verdelen.
The manager will parcel the tasks among the team members to ensure the project is completed on time.
De manager zal de taken onder de teamleden verdelen om ervoor te zorgen dat het project op tijd wordt voltooid.
02
verpakken, inpakken
make into a wrapped container
03
bedekken met stroken canvas, inwikkelen met stroken canvas
cover with strips of canvas



























