Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
nervously
01
zenuwachtig, met nervositeit
in a way that shows signs of fear, worry, or anxiety
Voorbeelden
She glanced nervously at the clock, waiting for the interview to begin.
Ze keek nerveus naar de klok, wachtend tot het interview begon.
They laughed nervously when asked about their missing homework.
Ze lachten nerveus toen ze werden gevraagd naar hun ontbrekende huiswerk.
Voorbeelden
The children giggled nervously before jumping into the pool.
De kinderen giechelden nerveus voordat ze in het zwembad sprongen.
He jumped nervously when the balloon popped.
Hij sprong zenuwachtig op toen de ballon knapte.
Lexicale Boom
nervously
nervous
nerve



























