Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
wispelturig, humeurig
experiencing frequent changes in mood, often without apparent reason or explanation
Voorbeelden
She 's so moody lately, swinging between happiness and sadness from one moment to the next.
Ze is de laatste tijd zo wispelturig, ze slingert tussen geluk en verdriet van het ene moment op het andere.
The moody teenager withdrew into their room, refusing to talk to anyone.
De humeurige tiener trok zich terug in hun kamer en weigerde met iemand te praten.
02
nors, somber
showing a brooding ill humor
Voorbeelden
He was moody and refused to speak to anyone.
The actress gave a moody performance on stage.
01
Amerikaanse evangelist (1837-1899), prediker van de Verenigde Staten (1837-1899)
United States evangelist (1837-1899)
02
Helen Wills Moody, Amerikaanse tennisspeelster die in de jaren 1920 en 1930 het dames-tennis domineerde (1905-1998)
United States tennis player who dominated women's tennis in the 1920s and 1930s (1905-1998)
Lexicale Boom
moodily
moodiness
moody
mood



























