Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Mandarin
01
Mandarijn, Mandarijn-Chinees
China's official language, which is the standard form of Chinese
Voorbeelden
She studied Mandarin in school to better communicate with her relatives in China.
Ze studeerde Mandarijn op school om beter te communiceren met haar familieleden in China.
He practiced speaking Mandarin with a tutor to improve his language skills.
Hij oefende het spreken van Mandarijn met een tutor om zijn taalvaardigheid te verbeteren.
02
mandarijn, clementine
a small orange-like fruit with easily removable skin
Voorbeelden
The scent of freshly peeled mandarin fills the room with a delightful citrus aroma.
De geur van vers geschilde mandarijn vult de kamer met een heerlijke citrusgeur.
She enjoyed a mandarin as a healthy and convenient snack between meals.
Ze genoot van een mandarijn als een gezonde en handige snack tussen de maaltijden door.
03
mandarijn, hoge ambtenaar van het keizerlijke China
a high public official of imperial China
04
mandarijn, hoge overheidsfunctionaris
any high government official or bureaucrat
05
mandarijn, geleerde
a member of an elite intellectual or cultural group
06
mandarijnboom, mandarijn
shrub or small tree having flattened globose fruit with very sweet aromatic pulp and thin yellow-orange to flame-orange rind that is loose and easily removed; native to southeastern Asia
