lucky
lu
ˈlʌ
la
cky
ki
ki
British pronunciation
/ˈlʌki/

Definitie en betekenis van "lucky"in het Engels

01

gelukkig, geluk brengend

having or bringing good luck
lucky definition and meaning
example
Voorbeelden
He felt lucky to have seen a shooting star.
Hij voelde zich gelukkig om een vallende ster te hebben gezien.
He was lucky to find a parking spot right in front of the building.
Hij had geluk dat hij een parkeerplek vond recht voor het gebouw.
1.1

gelukkig, geluks-

bringing or resulting in a good outcome, often by chance or fortune
example
Voorbeelden
The team had a lucky break when the opponent missed an easy goal.
Het team had een gelukkige onderbreking toen de tegenstander een eenvoudig doel miste.
It was a lucky coincidence that they met at the airport and caught the same flight.
Het was een gelukkig toeval dat ze elkaar op de luchthaven ontmoetten en dezelfde vlucht hadden.
02

gelukkig, toevallig

occurring by chance
03

gelukkig, begenadigd

getting benefits through random chance and not intention

Woordfamilie

luck

Noun

lucky

Adjective

luckily

Adverb

luckily

Adverb

luckiness

Noun

luckiness

Noun

unlucky

Adjective

unlucky

Adjective
App
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store