Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Largess
01
vrijgevigheid, gulheid
the quality of being generous, especially in giving gifts, money, or assistance to others
Voorbeelden
The philanthropist 's largess extended far and wide, as he donated millions of dollars to charitable causes around the world.
De vrijgevigheid van de filantroop strekte zich ver en breed uit, terwijl hij miljoenen dollars doneerde aan goede doelen over de hele wereld.
The king 's largess was celebrated by his subjects, who received gifts and favors from the royal treasury during festivals and special occasions.
De vrijgevigheid van de koning werd gevierd door zijn onderdanen, die geschenken en gunsten ontvingen uit de koninklijke schatkist tijdens festivals en speciale gelegenheden.
02
vrijgevigheid, geschenk
a sum of money or gift given freely, often as a token of generosity
Voorbeelden
The foundation received a generous largess from an anonymous benefactor.
De stichting ontving een genereuze donatie van een anonieme weldoener.
They lived comfortably thanks to the largess of relatives.
Ze leefden comfortabel dankzij de vrijgevigheid van familieleden.



























