Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
jade, jade steen
a semi-precious gemstone that takes a high polish and is green, consisting of jadeite or nephrite
02
jade, jadegroen
a bright bluish-green color
03
knol, afgebeuld paard
an old or over-worked horse
04
overspelige vrouw, vrouw die overspel pleegt
a woman adulterer
to jade
01
verslijten, uitputten
to become worn out, exhausted, or dull, losing freshness or vitality over time
Voorbeelden
The constant demands of the job jade him, leaving him feeling drained and uninspired.
De constante eisen van de baan putten hem uit, waardoor hij zich uitgeput en ongeïnspireerd voelde.
She is currently jading under the pressure of deadlines and expectations.
Ze is momenteel uitgeput onder de druk van deadlines en verwachtingen.
02
uitputten, vermoeien
exhaust or get tired through overuse or great strain or stress
01
jadekleurig, jadegroen
of something having the color of jade; especially varying from bluish green to yellowish green



























