jade
jade
ʤeɪd
jeid
British pronunciation
/d‍ʒˈe‍ɪd/

Definitie en betekenis van "jade"in het Engels

01

jade, jade steen

a semi-precious gemstone that takes a high polish and is green, consisting of jadeite or nephrite
jade definition and meaning
02

jade, jadegroen

a bright bluish-green color
jade definition and meaning
03

knol, afgebeuld paard

an old or over-worked horse
04

overspelige vrouw, vrouw die overspel pleegt

a woman adulterer
to jade
01

verslijten, uitputten

to become worn out, exhausted, or dull, losing freshness or vitality over time
example
Voorbeelden
The constant demands of the job jade him, leaving him feeling drained and uninspired.
De constante eisen van de baan putten hem uit, waardoor hij zich uitgeput en ongeïnspireerd voelde.
She is currently jading under the pressure of deadlines and expectations.
Ze is momenteel uitgeput onder de druk van deadlines en verwachtingen.
02

uitputten, vermoeien

exhaust or get tired through overuse or great strain or stress
01

jadekleurig, jadegroen

of something having the color of jade; especially varying from bluish green to yellowish green
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store