Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
italian
01
Italiaans
relating to Italy or its people or language
Voorbeelden
Maria 's family immigrated from Italy, so they celebrate their Italian heritage by hosting traditional Italian feasts during holidays.
Maria's familie is geëmigreerd uit Italië, dus ze vieren hun Italiaanse erfgoed door traditionele Italiaanse feesten te organiseren tijdens feestdagen.
Luca studied Italian art and culture in college, deepening his appreciation for the rich history and beauty of Italy.
Luca studeerde Italiaanse kunst en cultuur op de universiteit, waardoor hij een diepere waardering kreeg voor de rijke geschiedenis en schoonheid van Italië.
Italian
Voorbeelden
His favorite subject in school is Italian because he loves the culture and history.
Zijn favoriete vak op school is Italiaans omdat hij van de cultuur en geschiedenis houdt.
In the language competition, he chose Italian for his presentation.
In de taalwedstrijd koos hij voor Italiaans voor zijn presentatie.
02
Italiaan, Italiaanse
a native or inhabitant of Italy



























