Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Instigator
01
aanstichter, initiatiefnemer
someone who initiates a particular thing
Voorbeelden
She was known as the instigator of community projects, always coming up with ideas to improve the neighborhood.
Ze stond bekend als aanstichter van gemeenschapsprojecten, altijd met ideeën om de buurt te verbeteren.
He was the instigator of the book club, initiating regular meetings where members discussed and shared their favorite literary works.
Hij was de aanstichter van de boekenclub, waarbij hij regelmatige bijeenkomsten initieerde waar leden hun favoriete literaire werken bespraken en deelden.
02
aanstichter, oproerkraaier
someone who deliberately starts something, often with the intention of causing trouble
Voorbeelden
By spreading false information and encouraging hostility, the instigator successfully sowed the seeds of trouble within the community.
Door valse informatie te verspreiden en vijandigheid aan te moedigen, heeft de aanstichter met succes de zaden van problemen in de gemeenschap gezaaid.
Known for his role as the class clown, he often played the instigator, disrupting lessons and causing distractions.
Bekend om zijn rol als klasclown, speelde hij vaak de aanstichter, verstoorde lessen en veroorzaakte afleiding.
Lexicale Boom
instigator
instigate
instig



























