Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
innocently
Voorbeelden
He claimed he had acted innocently during the entire investigation.
Hij beweerde dat hij onschuldig had gehandeld tijdens het hele onderzoek.
The child explained innocently that he had taken the toy by mistake.
Het kind legde onschuldig uit dat hij het speelgoed per ongeluk had genomen.
02
onschuldig, argeloos
without being responsible for what happened, yet affected by it
Voorbeelden
He was shot while innocently walking past the building.
Hij werd neergeschoten terwijl hij onschuldig langs het gebouw liep.
The woman was innocently sitting in her living room when the window shattered.
De vrouw zat onschuldig in haar woonkamer toen het raam brak.
03
onschuldig, onschuldiglijk
in a morally pure or untainted way, free from awareness of evil or wrongdoing
Voorbeelden
The children danced innocently around the bonfire.
De kinderen dansten onschuldig rond het kampvuur.
She smiled innocently, not understanding the double meaning.
Ze glimlachte onschuldig, zonder de dubbele betekenis te begrijpen.
Voorbeelden
He innocently believed the email was really from his boss.
Onschuldig, geloofde hij dat de e-mail echt van zijn baas was.
She innocently clicked the link, not knowing it was a scam.
Ze klikte onschuldig op de link, zonder te weten dat het een oplichterij was.
04
onschuldig, zonder kwade bedoelingen
without intending harm or offense
Voorbeelden
My aunt innocently asked if I had failed the course.
Mijn tante vroeg onschuldig of ik voor de cursus was gezakt.
He innocently repeated a joke that upset everyone.
Onschuldig, herhaalde hij een grap die iedereen van streek bracht.
Lexicale Boom
innocently
innocent
innocence
innoc



























