Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Impairment
01
aantasting, stoornis
a state or condition in which a part of one's body or brain does not work properly
Voorbeelden
The accident resulted in a significant impairment of his mobility.
Het ongeval resulteerde in een aanzienlijke beperking van zijn mobiliteit.
Visual impairment requires special accommodations in the classroom.
Visuele beperking vereist speciale aanpassingen in de klas.
02
verslechtering, beschadiging
the occurrence of a change for the worse
03
beschadiging, verslechtering
damage that results in a reduction of strength or quality
04
aantasting, verslechtering
the act of making something futile and useless (as by routine)
05
verslechtering, verzwakking
a symptom of reduced quality or strength
Lexicale Boom
impairment
impair
