Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Grownup
01
volwassene, grote
(used by children or when talking to them) an adult who is fully matured and responsible
Voorbeelden
Sarah admired her parents as the ultimate grownups, capable of handling any challenge that came their way.
Sarah bewonderde haar ouders als de ultieme volwassenen, in staat om elke uitdaging aan te gaan die op hun pad kwam.
Emily looked forward to becoming a grownup so she could make her own decisions and pursue her dreams.
Emily keek ernaar uit om volwassen te worden, zodat ze haar eigen beslissingen kon nemen en haar dromen kon najagen.
grownup
Voorbeelden
The grownup woman enjoyed a quiet evening with a book and a cup of tea.
De volwassen vrouw genoot van een rustige avond met een boek en een kopje thee.
The grownup man navigated the challenges of homeownership with diligence.
De volwassen man navigeerde met ijver door de uitdagingen van het huiseigenaarschap.



























