Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
grizzly
01
grijs, vergrijsd
having gray or graying hair, often associated with an aged or rugged appearance
Voorbeelden
The grizzly old man sat by the fire, his face weathered by time and experience.
De grijzende oude man zat bij het vuur, zijn gezicht getekend door tijd en ervaring.
A grizzly fisherman cast his line into the river, waiting patiently for a bite.
Een grijzende visser wierp zijn lijn in de rivier en wachtte geduldig op een beet.
Lexicale Boom
grizzly
grizzle



























