Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Antipathy
01
antipathie, afkeer
a strong feeling of hatred, opposition, or hostility
Voorbeelden
She felt a deep antipathy toward the new policy.
Ze voelde een diepe antipathie jegens het nieuwe beleid.
His antipathy for loud noises was well-known among his friends.
Zijn antipathie voor harde geluiden was bekend onder zijn vrienden.
02
antipathie, afkeer
a person, thing, or situation that is the focus of strong dislike or aversion and is deliberately avoided
Voorbeelden
For many students, early morning classes are a true antipathy.
Voor veel studenten zijn vroege ochtendlessen een echte antipathie.
Bureaucratic red tape was his greatest antipathy in the workplace.
Bureaucratische rompslomp was zijn grootste antipathie op de werkplek.



























