Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to glut
01
zich volproppen, overmatig eten
to consume food excessively or immoderately
Voorbeelden
Whenever he 's upset, he tends to glut on junk food.
Wanneer hij van streek is, heeft hij de neiging om zich vol te proppen met junkfood.
During the holidays, it 's easy to glut on festive treats and regret it later.
Tijdens de feestdagen is het gemakkelijk om je vol te proppen met feestelijke lekkernijen en er later spijt van te hebben.
02
overspoelen, verzadigen
to fill a market with too much of a particular item or product
Voorbeelden
During the harvest season, farmers often glut local markets with fresh produce.
Tijdens het oogstseizoen overspoelen boeren vaak de lokale markten met verse producten.
After the festival, vendors glutted the streets with leftover merchandise at discounted prices.
Na het festival overspoelden verkopers de straten met overgebleven merchandise tegen gereduceerde prijzen.
01
overvloed, overschot
the quality of being so overabundant that prices fall
Lexicale Boom
englut
glutted
glut



























