Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Gloaming
01
schemering, avondschemering
the time of day when the light is fading, just before night
Voorbeelden
We took a quiet walk through the park in the gloaming.
We maakten een rustige wandeling door het park in de schemering.
The lake shimmered under the fading light of the gloaming.
Het meer glinsterde onder het vervagende licht van de schemering.



























