Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
glacial
01
gletsjer, ijstijd-
relating to a large mass of compressed ice like those near the poles or on mountains
Voorbeelden
They studied the glacial formations in the Arctic region.
Ze bestudeerden de gletsjerformaties in het Arctisch gebied.
Scientists measure glacial ice cores to understand past climate conditions.
Wetenschappers meten gletsjer-ijskernen om vroegere klimaatomstandigheden te begrijpen.
02
ijskoud, vriezend
freezing as though having sub-zero temperatures
Voorbeelden
Walking outside without a coat, he immediately regretted his decision as the glacial air bit at his skin.
Buiten lopend zonder jas, had hij meteen spijt van zijn beslissing toen de ijzige lucht in zijn huid beet.
The room was kept at a glacial temperature, causing everyone to huddle together for warmth.
De kamer werd op een ijzige temperatuur gehouden, waardoor iedereen zich samen kropte voor warmte.
03
cold, unfriendly, or disdainful in manner or expression
Voorbeelden
She gave him a glacial stare that silenced the room.
His glacial response made it clear he was displeased.
Lexicale Boom
glacially
postglacial
glacial
glace



























