Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to get about
[phrase form: get]
01
zich verplaatsen, reizen
to move or travel from one place to another
Dialect
British
Voorbeelden
In retirement, they plan to get about and explore different countries.
In hun pensioen plannen ze rond te reizen en verschillende landen te verkennen.
The city 's excellent public transportation system makes it easy to get about.
Het uitstekende openbaar vervoersysteem van de stad maakt verplaatsen gemakkelijk.
02
zich verspreiden, rondgaan
(of news, information, rumors, etc.) to circulate and move from person to person
Dialect
British
Voorbeelden
The news of the company 's merger got about quickly among employees.
Het nieuws van de fusie van het bedrijf verspreidde zich snel onder de werknemers.
Rumors tend to get about the office, causing unnecessary anxiety.
Geruchten hebben de neiging om zich te verspreiden over het kantoor, wat onnodige angst veroorzaakt.



























