Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
fickle
01
wispelturig, veranderlijk
unpredictable or likely to change
Voorbeelden
The desert winds were fickle, changing direction unpredictably and confounding travelers.
De woestijnwinden waren wispelturig, veranderden onvoorspelbaar van richting en verwarden reizigers.
The candle 's flame proved fickle in the drafty room, dancing erratically and threatening to go out.
De vlam van de kaars bleek wispelturig in de tochtige kamer, dansend onregelmatig en dreigend uit te gaan.
02
wispelturig, onbestendig
(of a person) likely to change their mind or feelings in a senseless manner too frequently
Voorbeelden
Her fickle nature made it difficult to plan anything, as she often changed her mind at the last minute.
Haar wispelturige aard maakte het moeilijk om iets te plannen, omdat ze vaak op het laatste moment van gedachten veranderde.
The fickle customer could n't decide on a color, switching between options several times before finally making a purchase.
De wispelturige klant kon niet beslissen over een kleur, schakelde meerdere keren tussen opties voordat hij uiteindelijk een aankoop deed.
Lexicale Boom
fickleness
fickle



























