Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Feather
01
veer, dons
any of the light and soft parts covering the body of a bird
Voorbeelden
The ancient Egyptians used feathers as quills to write on papyrus scrolls.
De oude Egyptenaren gebruikten veren als pennen om op papyrusrollen te schrijven.
The artist meticulously painted each individual feather on the owl ’s wing in exquisite detail.
De kunstenaar schilderde zorgvuldig elke afzonderlijke veer op de vleugel van de uil in prachtig detail.
02
the position of an oar between strokes in which the blade is turned parallel to the water to reduce air resistance
Voorbeelden
The coach corrected their feather during practice.
Proper feather is essential for efficient rowing.
to feather
01
verbinden met zwaluwstaart, invoegen
join tongue and groove, in carpentry
02
veren krijgen, met veren bedekt worden
grow feathers
03
de riem draaien, de roeiriem keren
turn the oar, while rowing
04
peddelen, roeien
turn the paddle; in canoeing
05
beveren, bedekken met veren
cover or fit with feathers
Lexicale Boom
featherless
featherlike
feathery
feather
