Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
failing
01
mislukkend, achteruitgaand
characterized by shortcomings, deficiencies, or a decline in quality
Voorbeelden
The failing business struggled to attract customers, leading to financial difficulties.
Het mislukkende bedrijf had moeite om klanten aan te trekken, wat leidde tot financiële problemen.
His failing health prevented him from participating in activities he once enjoyed.
Zijn verslechterende gezondheid verhinderde hem om deel te nemen aan activiteiten waar hij ooit van genoot.
failing
01
bij gebrek aan
used to present an alternative suggestion in case something does not happen or succeed
Voorbeelden
Sarah hoped to secure a full scholarship for college; failing that, she planned to apply for financial aid.
Sarah hoopte een volledige beurs voor de universiteit te krijgen; anders was ze van plan financiële hulp aan te vragen.
Failing a unanimous decision, the committee will vote on the proposed changes.
Bij gebrek aan een unanieme beslissing zal de commissie stemmen over de voorgestelde wijzigingen.
Failing
01
an instance of not achieving the required standard or expected result
Voorbeelden
His failing in the final exam meant he had to retake the course.
The team's failing to meet the sales target was discussed at the meeting.
02
a shortcoming, defect, or weak point in a person, plan, or system
Voorbeelden
His greatest failing is impatience when working under pressure.
The report highlighted several failings in the company's safety procedures.
Lexicale Boom
unfailing
failing
fail
