Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to evangelize
01
evangeliseren, het evangelie prediken
to attempt to persuade someone to embrace Christianity as their faith
Transitive: to evangelize sb
Voorbeelden
During the outreach event, volunteers worked to evangelize the community, sharing the gospel.
Tijdens het outreach-evenement werkten vrijwilligers om de gemeenschap te evangeliseren, het evangelie te delen.
The missionaries traveled far and wide to evangelize the local population.
De missionarissen reisden ver en wide om de lokale bevolking te evangeliseren.
02
evangeliseren, het evangelie prediken
to share or proclaim the teachings of Christianity with the aim of spreading its message
Intransitive
Voorbeelden
The missionary traveled to remote villages to evangelize and teach about the gospel.
De missionaris reisde naar afgelegen dorpen om te evangeliseren en over het evangelie te onderwijzen.
She devoted her weekends to evangelizing in the local community.
Ze wijdde haar weekenden aan evangeliseren in de lokale gemeenschap.
Lexicale Boom
evangelize
evangel



























