Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to distract
01
afleiden, de aandacht afleiden
to cause someone to lose their focus or attention from something they were doing or thinking about
Transitive: to distract sb
Voorbeelden
During the important meeting, the constant tapping of a pen began to distract everyone in the room.
Tijdens de belangrijke vergadering begon het constante getik van een pen iedereen in de kamer af te leiden.
The noisy construction outside the window tended to distract her from studying for exams.
Het lawaaierige bouwwerk buiten het raam had de neiging om haar af te leiden van het studeren voor examens.
02
afleiden, verwarren
to make someone feel confused or torn by mixing up their emotions or intentions
Transitive: to distract sb
Voorbeelden
The unexpected news distracted her, making it hard to focus on the task.
Het onverwachte nieuws leidde haar af, waardoor het moeilijk was zich op de taak te concentreren.
He was distracted by his feelings of guilt and excitement at the same time.
Hij was afgeleid door zijn gevoelens van schuld en opwinding tegelijkertijd.
Lexicale Boom
distracted
distract



























