Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Disquietude
01
onrust, bezorgdheid
a state of unease, anxiety, or mental unrest
Voorbeelden
She felt a deep disquietude before giving her speech.
Ze voelde een diepe onrust voordat ze haar toespraak hield.
The news of the approaching storm filled the town with disquietude.
Het nieuws van de naderende storm vulde de stad met onrust.
Lexicale Boom
disquietude
quietude
quiet



























