Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to disagree
01
het oneens zijn, van mening verschillen
to hold or give a different opinion about something
Intransitive: to disagree | to disagree with sb/sth
Voorbeelden
He disagreed with the critic's review of the play.
Hij was het niet eens met de recensie van de criticus over het toneelstuk.
I disagree with the proposed changes to the company policy.
Ik ben het niet eens met de voorgestelde wijzigingen in het bedrijfsbeleid.
02
het oneens zijn, niet overeenkomen
to lack harmony or compatibility with another element, idea, or action
Transitive: to disagree with sth
Voorbeelden
The witness's testimony disagreed with the evidence presented.
De getuigenis van de getuige was het niet eens met het gepresenteerde bewijs.
The experimental results disagreed with the theoretical predictions.
De experimentele resultaten verschilden van de theoretische voorspellingen.
Lexicale Boom
disagree
agree



























