Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
levend, in leven
continuing to exist, breathe, and function
Voorbeelden
She felt grateful to be alive after surviving the car accident.
Ze voelde zich dankbaar in leven te zijn na het overleven van het auto-ongeluk.
The rescue team found the hiker alive after three days lost in the wilderness.
Het reddingsteam vond de wandelaar levend na drie dagen verdwaald te zijn geweest in de wildernis.
02
alert, levendig
being mentally alert and quick to react
Voorbeelden
His mind is always alive during intense debates.
Zijn geest is altijd alert tijdens intense debatten.
The young artist 's creativity was alive with new ideas.
De creativiteit van de jonge kunstenaar was levendig met nieuwe ideeën.
03
levendig, levend
filled with energy, excitement, and vitality
Voorbeelden
The room was alive with laughter and conversation during the party.
De kamer was levendig met gelach en gesprekken tijdens het feest.
The park was alive during the summer festival.
Het park was levendig tijdens het zomerfestival.
04
levend, vol leven
having life or vigor or spirit
05
actief, in activiteit
capable of erupting or experiencing volcanic activity
Voorbeelden
Mount Vesuvius is one of the most famous alive volcanoes in history.
De Vesuvius is een van de beroemdste actieve vulkanen in de geschiedenis.
The alive volcano showed signs of potential eruption, causing nearby evacuations.
De actieve vulkaan toonde tekenen van mogelijke uitbarsting, wat nabije evacuaties veroorzaakte.
06
in bedrijf, operationeel
currently functioning or operating
Voorbeelden
The factory is still alive and producing goods around the clock.
De fabriek is nog steeds in leven en produceert 24 uur per dag goederen.
Despite the crisis, the company remained alive and continued its operations.
Ondanks de crisis bleef het bedrijf in leven en zette zijn activiteiten voort.
07
bewust, gevoelig
aware of or sensitive to something
Voorbeelden
She is alive to the potential risks of the new investment.
Ze is zich bewust van de potentiële risico's van de nieuwe investering.
He remained alive to the needs of his community.
Hij bleef alert op de behoeften van zijn gemeenschap.
08
levend, actief
*** continuing in existence or use
Voorbeelden
* keeping hope alive
* de hoop levend** houden
Lexicale Boom
aliveness
alive



























